Aantrekken autochtonen maakt wijk niet beter

22 februari 2007, Utrecht
Persbericht van Onderzoeksbureau Labyrinth

Aantrekken rijkere autochtonen maakt concentratiewijk Kanaleneiland niet per definitie ‘beter’

Uit onderzoek naar sociaal kapitaal in de Utrechtse wijk Kanaleneiland van de inmiddels op dit onderwerp afgestudeerde sociaal geograaf Geert Neefs in opdracht van Onderzoeksbureau Labyrinth in samenwerking met de faculteit Geowetenschappen van de Universiteit Utrecht, blijkt dat mensen met verschillende etnische achtergronden in dezelfde mate sociale hulpbronnen kunnen generen. Mensen met een hoger inkomen, die in Kanaleneiland wonen, hebben minder sociale interactie met mensen van een andere afkomst dan zijzelf.

Ook blijkt dat hoger opgeleiden minder vertrouwen in de buurt hebben en dat hun vrienden en familie vooral buiten de eigen buurt wonen. Lager opgeleiden hebben juist meer vrienden en familie in de buurt en minder toegang tot hulpbronnen buiten de buurt.

Mensen die werken zijn in hun sociale activiteiten niet meer of minder georiënteerd op de buurt dan mensen die niet werken, maar hebben wel meer waardevolle relaties, zowel binnen als buiten de buurt. Ze hebben meer mogelijkheden door een groter en meer divers netwerk dan mensen zonder baan.

De invloed van het inkomen op de sociale oriëntatie en de attitude ten opzichte van de buurtgemeenschap van bewoners van Kanaleneiland is klein. Wel blijkt dat juist mensen met een hoger inkomen minder sociale interactie hebben met mensen met een andere etniciteit. Het aantrekken van draagkrachtige mensen met een economisch sterkere positie leidt niet zonder meer tot meer sociaal kapitaal in de wijk. Deze resultaten zijn opvallend omdat veel recent beleid en projecten juist gericht zijn op ontmoeting en dialoog tussen de verschillende bevolkingsgroepen in wijken, maar juist veel herstructureringsprojecten geënt zijn op het aantrekken van hogere inkomensgroepen.

Geert Neefs voerde onderzoek uit naar de relatie tussen sociaal-kapitaal, etniciteit en woontevredenheid in de Utrechtse wijk Kanaleneiland.
==============================
Einde bericht

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Onderzoeksbureau Labyrinth.

Ondiepzuidzijde 6
Postbus 2496
3500 GL Utrecht
drs. Nathan Rozema
www.labyrinth.eu / www.labyrinthonderzoek.nl
M +31 (0)655864606
T + 31(0)302627191
F + 31(0)7508350
Ondiep Zuidzijde 6
3551 BW UTRECHT

NRC NEXT:
Studenten en hogeropgeleiden zijn geen wondermiddel voor een probleemwijk
‘In de wijk wandel ik, meer niet’
Voor een achterstandswijk is het goed als er meer studenten en hoogopgeleiden komen wonen, vinden beleidsmakers. Maar in het Utrechtse Kanaleneiland werkt dat niet.
Door Leendert van der Valk
Een voormalige verzorgingsflat aan de rand van de Utrechtse wijk Kanaleneiland is nu eigendom van de Stichting Studentenhuisvesting. De afgebladderde muren zijn met graffiti bedekt, in het trappenhuis liggen lege bierblikken en ander afval. Uit de wanden hangen losse elektriciteitsdraden. Studenten die hier wonen weten dat het tijdelijk is. Het pand wordt straks gesloopt.

De flat doet rond het middaguur verlaten aan. Op de vierde verdieping zijn alleen Alwine van Aarle en Michel El Gaba. Ze wonen er nu een half jaar en allebei zijn ze aan het verhuizen. Ze hebben het wel gezien hier. Tijd om dichter bij de binnenstad te gaan wonen. Michel: „Er is hier niets voor studenten. Ik ga naar de Lidl voor mijn boodschappen, maar verder doe ik eigenlijk niets in de wijk.” Dat geldt ook voor Alwine. Ze had zich wel opgegeven voor vrijwilligerswerk, maar heeft daar nooit meer iets van gehoord. „Ik wandel af en toe door de wijk, meer niet.”

Kanaleneiland wordt het slechtst gewaardeerd van alle Utrechtse wijken, een 5,4 tegenover een gemiddelde van 7,4. Een kwart van de bewoners heeft een Nederlandse achtergrond, het gemiddelde inkomen is 70 procent van het stedelijk gemiddelde. Beleidsmakers zien graag een betere spreiding van inkomens en opleidingen in dit soort wijken. Ook in de toekomstplannen voor Kanaleneiland streeft de gemeente naar meer diversiteit in het woningaanbod.

Maar voor de meeste studenten is Kanaleneiland geen eerste keus. Het is relatief ver van het centrum en de flatwijk biedt weinig vertier. „Studenten wonen hier op doortocht”, zegt Ger Hogenberg, voorzitter van de Huurdersvereniging Kanaleneiland. Dat studenten de neiging hebben om ’s nachts iets langer door te gaan dan ander buurtbewoners, vindt hij nog tot daaraantoe. „Ze moeten natuurlijk ook ergens wonen, maar het is vooral jammer dat ze nauwelijks betrokken zijn bij het sociale leven in de wijk.”

Ook in de Utrechtse wijk Overvecht, ten noorden van het centrum, leidde een groeiende concentratie van studenten in bepaalde flats tot gemor onder de andere bewoners. Net als in Kanaleneiland zijn ook in Overvecht de huizenprijzen lager dan in de rest van de stad. Het is voor huisjesmelkers aantrekkelijk om de panden op te kopen en te verhuren aan studenten. Vaak zonder de regels al te nauw na te leven.

De grote studentenpopulatie draagt dus bij aan de verpaupering van wijken?

„Nee, wij zijn erg blij met de studenten in onze stad”, zegt wethouder Harrie Bosch (Wonen). „Maar ik begrijp de bewonersklachten wel. Studenten zijn inderdaad minder bezig met hun leefomgeving en te veel studenten ervaren andere bewoners soms als vermindering van de leefkwaliteit. We proberen het huisjesmelkers moeilijker te maken door de omzettingsvergunning voor jongerenverhuur opnieuw in te voeren.”

Meer diversiteit in het woningaanbod moeten gemeenten niet als wondermiddel beschouwen, zegt Nathan Rozema, directeur van onderzoeksbureau Labyrinth. Het bureau is gespecialiseerd in onderzoek naar woonwijken en schreef een rapport over het ‘sociaal kapitaal’ van Kanaleneiland. Daaruit blijkt dat het aantrekken van hogere inkomensgroepen naar een wijk, niet automatisch de buurt ten goede komt. „Hoger opgeleiden hebben hun sociale netwerk vaak buiten de buurt. Zij hebben weinig binding met de wijk.” Volgens Rozema moet een gemeente veel meer investeren in het potentieel dat al in de wijk woont. „Nu trekken starters die hier zijn opgegroeid uit de wijk weg, omdat er niets voor ze is. Die moet je zien te houden.”

Met dat laatste is wethouder Bosch het eens. „Dat is ook wat wij proberen. Maar in Kanaleneiland en Overvecht zijn de problemen nu zo groot dat we het noodzakelijk vinden om ook op korte termijn andere inkomens naar de wijk te trekken.”

Minister Vogelaar (Wonen, Wijken en Integratie, PvdA) wil prestatiecontracten afsluiten met alle betrokken partijen over de aanpak van de veertig probleemwijken in achttien gemeenten.

„Het kan niet meer blijven bij intenties alleen. Je moet je aan elkaar durven committeren. Je moet het lef hebben de resultaten na vier jaar meetbaar te maken”, zei de minister maandagavond na een bezoek aan de Utrechtse wijk Kanaleneiland.

Vogelaar overweegt een deel van het toegezegde geld voor de wijken, naar schatting in totaal ruim een miljard per jaar, pas uit te keren als alle afspraken zijn nagekomen.

Kanaleneiland was de tweede wijk die de minister bezocht. Voor eind juni wil Vogelaar in alle achttien gemeenten minimaal één wijk hebben bezocht. De overige wijken volgen de rest van dit jaar.